126

De balzaal was te luid. Te glinsterend. Te levendig.

De gouden kroonluchters boven hen schitterden met duizend kleine vlammetjes, die licht wierpen op zijden jurken, smoking en klinkende glazen. De lucht was zwaar van parfum, gelach en vioolmuziek, maar het vervaagde allemaal tot witte ruis rondom ...

Log in en ga verder met lezen