Hoofdstuk 298

Hoe dieper we de Vergeten Vesting binnengaan, hoe vreemder de lucht aanvoelt—zwaarder, alsof de muren zelf ademen, traag en oud. Mijn bol zweeft naast ons en werpt een zachte, glinsterende gloed, onthullend gravures die eindeloos lijken. Elke gang mondt uit in een ander hol, elke muurschildering een...

Log in en ga verder met lezen