Hoofdstuk Vijfendertig

DOMONIC

Ik verstijf bij haar woorden. Het 'Ja, dat zul je' boort zich in mijn borst en graaft daar een graf. Met al mijn innerlijke kracht verzamelend, laat ik haar los en doe een stap achteruit. Haar ogen zijn wijd open, smaragdgroene poelen die fonkelen met niet-gevallen tranen. Ik open mij...

Log in en ga verder met lezen