Hoofdstuk Vierhonderdnegenentachtig

EMILY

Koda's ogen schieten dicht bij de implicatie van mijn woorden en zijn handen ballen zich tot vuisten die hij tegen zijn slapen drukt. Alsof ik hem hoofdpijn heb bezorgd en hij zichzelf knock-out moet slaan.

“Ik weet dat ik alles heb verpest, maar ik begrijp niet waarom iemand die beweert ...

Log in en ga verder met lezen