Zevenenveertig

Hoofdstuk zevenenveertig

Ik nam een slok bier. "Ja," zei ik. "Ik denk dat ik gewoon moe ben."

"Je vriendje is er niet?"

"Ik heb geen vriendje."

"Nee?"

"Nee."

"Nooit?"

"Nou... ik heb wel een vriendje gehad, maar nee, ik heb er nu geen."

"Niet eens een verzonnen?"

Hij plaagde me een beetje, dat k...

Log in en ga verder met lezen