105. Hij wacht op me.

Ik verstijf, mijn adem stokt terwijl ik het volledige gewicht van hem tegen me aan voel smelten. Christophers hitte, koortsachtig en wanhopig, dringt door mijn huid. Hij klampt zich aan me vast alsof ik het enige ben dat hem aan het bed, de kamer, het leven — aan zichzelf verankert.

Ik weet niet o...

Log in en ga verder met lezen