127. „Voor de liefde.”

Ik stop voor Christophers deur - zijn toevluchtsoord, de plek die ik nooit durfde binnen te gaan, behalve op onze trouwnacht. De gang is stil en vreemd koud, hoewel het buiten warm is, en hoewel mijn handen zweten, vlak bij het hout zwevend.

Opnieuw aarzel ik, mijn adem stokt in mijn keel. Niet omda...

Log in en ga verder met lezen