145. „Ik hou van je als geen ander.”

Ik slik moeizaam, maar de bittere smaak blijft zwaar op mijn tong liggen. Mijn ogen branden, maar ik huil niet. Ik zal niet huilen. Niet om Christopher, niet om Sebastian.

Ik zal geen traan meer laten voor een Houghton.

Hij zet nog een stap, aarzelend, bijna alsof hij wacht tot ik hem weer wegduw, m...

Log in en ga verder met lezen