HOOFDSTUK HONDERDZEVENENNEGENTIG

Toen ik naar zijn kamer werd begeleid, droeg ik een zijden nachtjapon en was ik doordrenkt met heerlijk ruikende parfum.

Zodra de koningin de kamer had verlaten die mij was toegewezen, had ze de meisjes bevolen om me klaar te maken.

Zo begonnen vier uur van schoonmaken, wassen, porren en aankleden...

Log in en ga verder met lezen