HOOFDSTUK VIJFTIEN

"Had je zo'n honger?" vroeg hij met een geamuseerde glimlach.

Het voelde alsof er een emmer koud water over me heen werd gegooid.

Ik had het eten naar binnen geschrokt alsof ik net gered was van een ontvoerder of zoiets.

Ik keek naar mijn handen die bedekt waren met het heerlijke vet van het eten...

Log in en ga verder met lezen