Hoofdstuk 63

We rennen urenlang, nauwelijks stoppend, totdat ik eindelijk instort van uitputting. Rita vertraagt met tegenzin, stopt dan en loopt terug naar waar ik op de grond zit, mijn armen gevouwen boven mijn hoofd om mijn borst te openen zodat mijn longen meer zuurstof kunnen opnemen.

Rita slaat haar armen ...