Hoofdstuk 68

In het begin wil ik hem niet aanraken; ik weet niet wat er mis is en ik wil het niet erger maken. Ik kniel naast hem neer. "Wat is er aan de hand?" Ohhhh...

"Ahhh..." is zijn enige antwoord.

Zijn ademhaling wordt onregelmatig. Ik zit op mijn knieën en neem zijn hoofd op mijn schoot, raak zijn haar l...