173

Stilte.

Het omhulde haar als fluweel. Niet warm, niet koud, niet vriendelijk, niet wreed—gewoon stil.

Avynna zweefde in een eindeloze nacht. Er was geen vloer onder haar voeten, geen horizon in de verte, geen muren die haar opsloten. Alleen sterren—oud en zachtjes pulserend als de laatste adem van...

Log in en ga verder met lezen