Hoofdstuk Tweeënveertig

Brooklyn

Het vuur is klein. Net genoeg om de kou uit mijn botten te houden. Het flikkert vreemd in de sneeuw, waardoor alles gloeit alsof ik in een lantaarn woon in plaats van een bos. Caleb zit tegenover me. Niet dichtbij. Niet ver weg. Gewoon... daar.

Ik heb mijn knieën opgetrokken naar mijn bors...

Log in en ga verder met lezen