Hoofdstuk tachtig

Ik werd abrupt wakker; de horror van de droom die ik had doorstaan, voelde als een nat laken dat aan me vastkleefde. Ik ademde zwaar; ik kon nauwelijks droom en werkelijkheid onderscheiden en ik hield absoluut niet van wat ik zag.

De kamer was zwak verlicht door het licht dat door de gordijnen sche...

Log in en ga verder met lezen