Hoofdstuk 9

De wind blies harder buiten. De bomen bogen in de verte. De mist werd dikker.

Ik draaide me om naar het raam. “Je kijkt nog steeds te vaak boos.”

“En jij praat nog steeds te veel.”

“Het kost er één om er één te kennen.”

We verlieten de zandweg en reden door een verborgen stenen boog, bijna opgeslokt...

Log in en ga verder met lezen