Hoofdstuk 48

Carter

Toen we langs Miranda’s huisje liepen, kon ik het niet laten om door het raam te staren met een blik die zei: rot op en vreet stront. Ik hoorde haar achter ons uitkomen en voelde haar brandende blik op onze ruggen, en ik wist gewoon dat mijn kleine jongen haar voor mij aanstaarde over Briar'...

Log in en ga verder met lezen