Hoofdstuk 16

Ik reed zo snel als ik kon naar het politiebureau. Ik had Dylan gebeld voordat ik het kantoor verliet, en het plan was dat hij me daar zou ontmoeten. Daar was ik blij om. Ik had nog nooit iemand uit de gevangenis gehaald. Ik wist niet eens waar ik heen moest of met wie ik moest praten.

Ik parkeerde...

Log in en ga verder met lezen