Hoofdstuk 198

We liepen langs een kraam volgestapeld met tomaten, en voordat ik hem kon tegenhouden, pakte hij er een op, gaf hem aan mij en zei met een serieus gezicht: "Deze tomaat doet me aan jou denken."

Ik knipperde met mijn ogen. "Lijk ik op een tomaat voor jou? Rood en rond?"

"Nee." Hij boog zich naar me t...

Log in en ga verder met lezen